1. Plaats de vaat op de juiste manier in de vaatwasser
Hoe u de vaat plaatst, bepaalt hoe grondig het water en reinigingsmiddel de vuile plekken kunnen bereiken:
- Plaats grote pannen en ovenschalen in de onderkorf.
- Zet glazen en kopjes in de bovenste lade, met de opening naar beneden.
- Stapel borden niet op elkaar, zodat water overal goed bij kan.
- Zorg dat er geen grote items in de weg staan voor de sproeiarmen.
- Plaats bestek in de besteklade of -mand met de handvatten naar beneden voor een optimaal resultaat.
2. Controleer de sproeiarmen op blokkades of verstoppingen
De sproeiarmen zorgen ervoor dat het water krachtig in alle hoeken van de vaatwasser terechtkomt. Als de sproeiarmen echter verstopt raken door vuil of als er grote voorwerpen in de weg staan, kan het water niet vrij rondspuiten. Dit betekent dat uw vaatwasser niet goed schoonmaakt. Controleer regelmatig of de sproeiarmen vrij kunnen draaien en maak ze goed schoon.
Zo maakt u de sproeiarmen schoon:
- Haal de sproeiarmen uit de vaatwasser.
- Spoel ze grondig af onder de kraan.
- Verwijder vuil in de gaatjes met een tandenstoker of prikker.
- Plaats de sproeiarmen terug en zorg dat ze goed vastzitten en vrij kunnen draaien.
3. Vul het zout- en glansspoelmiddelreservoir bij
Hoewel vaatwastabletten vaak een combinatie van zout en glansspoelmiddel bevatten, is dit vaak niet genoeg om uw vaat echt glanzend schoon te krijgen. Als er te weinig zout in het reservoir zit, kan kalkaanslag zich ophopen. Dit kan zorgen voor een doffe vaat met vlekken. Glansspoelmiddel zorgt ervoor dat er geen vlekken of strepen op uw glazen achterblijven. Vul het zout- en glansspoelmiddelreservoir daarom regelmatig bij.
4. Maak de filters van de vaatwasser regelmatig schoon
Een verstopt filter kan ervoor zorgen dat uw vaatwasser niet goed reinigt. Het filter vangt etensresten en vuil op, maar als het vol raakt, kan het water niet goed wegstromen. Dit leidt ertoe dat vuil water door de vaatwasser blijft circuleren en vieze resten op uw vaat achterlaat. Om te voorkomen dat uw filter verstopt raakt, is het dan ook goed om die ongeveer om de tien wasbeurten schoon te maken.
5. Gebruik een intensief programma voor een grondige reiniging
Vaatwassers hebben vaak meerdere programma’s, afgestemd op het soort vaat en hoe vuil deze is. Wanneer u meestal korte of energiezuinige programma’s draait, blijven vuil en kalk in het apparaat achter. Draai daarom af en toe een intensief programma op minimaal 65 °C, zodat de binnenkant van de vaatwasser en de leidingen grondig worden schoongespoeld. Sommige vaatwassers hebben ook een speciaal reinigingsprogramma dat ideaal is voor dit doel.
6. Spoel uw vaat vooraf af of gebruik een voorspoelprogramma
Sommige vaatwassers zijn uitgerust met een voorspoelprogramma. Dit programma helpt het ergste vuil weg te spoelen voordat de eigenlijke wascyclus begint. Als uw vaatwasser deze optie niet heeft, is het goed om uw vuile vaat eerst met de hand af te spoelen.